Nieuwe afluisterwet is ineffectief, onnodig en onrechtmatig
Het wetsvoorstel van minister Plasterk (PvdA) met verregaande afluisterbevoegdheden voor de inlichtingendiensten is ineffectief omdat het uitbreiden van bevoegdheden veel extra werk betekent, maar nauwelijks iets op zal leveren. Belangrijke rechten van burgers worden daarmee onnodig en onrechtmatig geschaad. Het beschermen van de staatsveiligheid is meer gediend met een kleine aanpassing van de bestaande Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv 2002).
Privacy Barometer schreef hierover een brief aan de minister. Hieronder vindt u de hoofdpunten uit die brief.
Minister Plasterk (PvdA) wil het internet grootschalig laten afluisteren door de AIVD. Maar deze enorme uitbreiding van bevoegdheden is niet nodig, omdat de AIVD het internet van verdachte personen en organisaties al mag afluisteren. Daarbij mag ook een beperkt sleepnet worden uitgegooid over de kring rond de verdachten door deze aan te merken als een verdachte organisatie. Iets wat de AIVD volgens toezichthouder CTIVD in de praktijk ook al doet. Hoe effectief is het dan om daarnaast nog grootschalig onschuldigen af te luisteren?
Plasterk toont nergens aan dat dit noodzakelijk is. Dat zegt ook toezichthouder CTIVD. De bevoegdheid om grootschalig privé-communicatie van mensen drie jaar lang te bewaren, zelfs als is vastgesteld dat die niet relevant is, heeft niets met staatsveiligheid te maken. Deze bevoegdheid schaadt de rechten van burgers onnodig en is daarmee onrechtmatig.
Geheime DNA databank
Ook de bevoegdheid voor de AIVD om een eigen, geheime DNA-databank op te zetten is onrechtmatig. De minister heeft geen enkel onderzoek laten uitvoeren naar nut en noodzaak hiervan. Alleen omdat dit voorjaar bleek dat de AIVD dit toch al doet, lijkt voldoende reden voor de minister om dit te legaliseren. De profielen in de databank mogen in principe oneindig blijven bewaard en naar wens van de minister worden gebruikt. Niemand krijgt te horen of hij in de databank is opgenomen. Het toekennen van deze verregaande bevoegdheid zonder afgebakend doel, zonder definitieve vernietigingstermijnen en zonder concrete noodzaak is in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Ontsleutelplicht
In een rechtsstaat mag een verdachte nooit gedwongen worden aan zijn eigen veroordeling mee te werken. Dit is vastgelegd in het EVRM. Het wetsvoorstel van Plasterk maakt het mogelijk dat verdachten gedwongen worden hun passwords van hun computer, mobiele telefoons, digitale bestanden, en dergelijke af te geven zodat gegevens ontsleuteld kunnen worden. Als de verdachte hieraan niet meewerkt, riskeert hij of zij twee jaar cel. De minister zegt aan te sluiten bij de ontsleutelplicht zoals die in artikel 126m, zesde lid, Wetboek van Strafvordering is opgenomen, maar daar gaat het uitdrukkelijk niet om de verdachte zelf en dat maakt een groot verschil. De motivatie van de minister om zo'n belangrijk grondrecht aan de kant te zetten is "omdat het wenselijk is indien daartoe de noodzaak bestaat" (p.90 MvT).
AIVD als verlengstuk politie
Met het grootschalig afluisteren van internet en het mogen binnendringen in PC's en mobiele telefoons krijgt de AIVD een enorme hoeveelheid aan gegevens over ieders privéleven. Het doel is om de staatsveiligheid te waarborgen. Het opsporen van strafbare feiten hoort daar niet bij. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft dit in een vonnis uitdrukkelijk vastgesteld.
Toch is in het wetsvoorstel opgenomen dat de AIVD strafbare feiten aan de opsporingsdiensten kan doorgeven. In deze algemene formulering is dat onrechtmatig. Het kan nooit de bedoeling zijn dat de politie via de omweg van de AIVD alles en iedereen geautomatiseerd op afwijkend gedrag kan controleren. Het moet de AIVD expliciet verboden worden strafbare feiten aan het OM door te geven tenzij deze samenhangen met de staatsveiligheid.
Zwakke waarborgen
Tegenover de voorgestelde verregaande staatscontrole zou ten minste een evenredige versterking van het toezicht moeten staan. Dat is in het huidige wetsvoorstel niet het geval. Toezichthouder CTIVD krijgt in het voorstel van de minister geen enkele autoriteit. Mocht de CTIVD constateren dat de AIVD over de schreef gaat, dan kan de CTIVD alleen de baas van de AIVD, de minister zelf, daarvan op de hoogte stellen. De minister hoeft zich van dit advies niets aan te trekken. De minister kan de toezichthouder zelfs ontslaan en een nieuwe benoemen.
Effectieve maatregelen
In het boek 'Theater van de angst' van terrorisme-expert Beatrice de Graaf wordt het inlichtingenwerk in vijf heldere stappen verdeeld. 1. inventariseren van behoeften; 2. verzamelen van inlichtingen; 3. verwerking van binnengekomen gegevens; 4. analyse, evaluatie, integratie en productie van het vergaarde materiaal zodat er een gereed intelligence-product ontstaat en 5. verspreiding van het product naar de afnemers.
Met het nieuwe wetsvoorstel wordt ingezoomd op stap twee, terwijl uit de aanslagen van de afgelopen jaren blijkt dat er duidelijk problemen liggen bij stap vier en vijf. Bij vrijwel alle (verijdelde) aanslagen blijkt telkens dat daders en verdachten al in beeld waren bij de inlichtingendiensten. Door het toestaan van ruimere bevoegdheden bij stap twee worden de problemen bij stap vier en vijf niet opgelost en de mogelijke problemen bij stap drie zelfs vergroot door de extra toevloed van gegevens.
Extra geld steken in nieuwe technologie om onverdachte burgers massaal af te luisteren, is geen zinvolle strategie voor meer veiligheid. Het geld, de mankracht en de energie kan veel effectiever worden besteed, zoals investeren in verbetering van analyse en evaluatie van gegevens die allang voorhanden zijn, maar waar tot nu toe onvoldoende op wordt geacteerd.
Lees hier de complete brief aan minister Plasterk.