Registratie risicojongeren biedt onvoldoende meerwaarde
Het meldingenregister 'Verwijsindex Risicojongeren' voor jongeren die afwijkend gedrag vertonen levert nauwelijks betere hulp op. Dat blijkt uit een evaluatie die voor dit systeem is uitgevoerd. Staatssecretaris Van Rijn (PvdA) wil dat het systeem intensiever gaat worden gebruikt.
De ondervraagde hulpverleners vinden de meerwaarde van het systeem onvoldoende. "De meerwaarde van de verwijsindex zoals die nu wordt gebruikt blijkt volgens het merendeel van de respondenten in onvoldoende mate voor met name het vroegtijdig signaleren van problemen en het eerder inzetten van passende hulp." Uit de evaluatie blijkt dat slechts 10% van de meldingen leidt tot een actie om de jongeren te helpen of bij te sturen.
Als belangrijkste reden voor deze matige score wordt genoemd dat veel matches niet of nauwelijks relevante informatie opleveren, omdat de gezinnen al in beeld zijn of omdat de melders geen rol hebben in dat stuk van de hulpverlenening. Een klein deel van de meldingen in de landelijke verwijsindex heeft volgens de onderzoekers wel een meerwaarde. Bij een verhuizing van de jongere naar een andere regio blijft hij of zij in beeld.
Beroepsgeheim
In de eerste helft van 2014 werden er 117.720 risicomeldingen in het systeem gedaan door 61% van de 37.000 aangesloten hulpverleners en onderwijzers. Dat zijn ongeveer twee keer zoveel meldingen als in 2010. Een derde van de meldingsbevoegden geeft aan moeite te hebben met het doen van een melding vanwege het beroepsgeheim of de privacy van de betrokkenen.
Het evaluatierapport doet geen uitspraken over de administratieve belasting voor hulpverleners om meldingen in het systeem te doen of op te volgen. Ook wordt er geen inzage gegeven in de kosten om het systeem in de lucht te houden.
Politieregister
In de regio Rotterdam doet de politie ook mee als melder in de verwijsindex. Daarmee lijkt deze index in Rotterdam het karakter te krijgen van een strafblad voor wie met politie in aanraking is gekomen. De politie in Rotterdam is goed voor "duizenden meldingen" per jaar.
Tijdens een kamerdebat in april 2015 bleek dat de VVD daar ook op aanstuurt. Kamerlid Van der Burg (VVD) vindt dat er meer geregistreerd moet worden omdat kinderen al jong "het risico lopen het verkeerde pad op te gaan". Van der Burg vindt dat de minister van Veiligheid en Justitie daarom meer werk van een betere registratie in de Verwijsindex moet maken zodat deze kinderen eerder in beeld komen.
Gezinsmelding
Per 1 januari wordt de verwijsindex sowieso al breder ingezet. Vanaf die datum is de melding niet meer persoonsgebonden, maar gezinsgebonden. Dat betekent dat als er twee meldingen zijn binnen één gezin, deze ook als een match worden gezien.
De onderzoekers vinden het te vroeg om conclusies te trekken over de toekomst van de verwijsindex. Toch pleiten zij ervoor dat er meer mensen moeten kunnen melden en er meer systemen op de verwijsindex moeten worden aangesloten, waaronder het systeem Mens Centraal dat door wijkteams wordt gebruikt.
Verwijsindex Risicojongeren
De verwijsindex risicojongeren (VIR) is een database waarin risicomeldingen over jongeren tot 23 jaar kunnen worden opgenomen. Deze risicomeldingen worden gedaan door allerhande instanties, artsen maar ook scholen die met jongeren in aanraking komen. De meldingen gebeuren landelijk op BSN-nummer, maar in lokale systemen worden ook wel andere identificatienummers gebruikt. Zodra er een nieuwe melding over een jongere wordt gedaan, worden alle voorgaande melders op de hoogte gebracht. Deze melders kunnen dan met elkaar contact opnemen zodat ze hun informatie met elkaar kunnen delen. Het doel is dat de jongere op deze manier eerder of betere zorg krijgt of beter wordt "bijgestuurd".
Update: De Raad van State adviseerde in 2013 al om de Verwijsindex niet te gebruiken "omdat de beperkte meerwaarde ervan niet opweegt tegen de inbreuk die wordt gemaakt op de persoonlijke levenssfeer". Het kabinet heeft dit advies naast zich neergelegd.