LAATSTE RONDE WETSVOORSTEL INZAGE MEDISCHE DOSSIERS DOOR ZORGVERZEKERAARS
Toezeggingen minister Bruins schieten tekort
De toezeggingen die minister Bruins (VVD) van Volksgezondheid heeft gedaan, komen niet tegemoet aan de grote bezwaren tegen het wetsvoorstel waarmee zorgverzekeraars bij een vermoeden van fraude zonder toestemming in medische dossiers mogen kijken. De Eerste Kamer debatteert op 14 mei voor de laatste keer over dit wetsvoorstel.
Het wetsvoorstel stamt al uit 2014 en ligt inmiddels meer dan twee jaar in de Eerste Kamer. De Eerste Kamer heeft er genoeg van en wil nu dat er voor de zomer over wordt gestemd.
Geen draagvlak
Minister Bruins heeft een eerdere stemming op het laatste moment uitgesteld omdat de Eerste Kamer dreigde tegen te stemmen. Het lukt de minister namelijk maar niet om aan te tonen dat het zonder toestemming inzien van medische dossiers door zorgverzekeraars noodzakelijk en proportioneel is. Ook de vorige minister Schippers (VVD) kon de Eerste Kamer niet overtuigen waarom het noodzakelijk is het medisch beroepsgeheim op te heffen om een relatief klein fraudebedrag van een paar miljoen euro (ongeveer 0,003% van het zorgbudget) op te sporen.
Ook blijkt er geen enkel draagvlak voor de maatregel te zijn. Zowel patiëntenorganisaties als beroepsverenigingen van zorgverleners vinden vrijwel zonder uitzondering dat alleen met toestemming vooraf inzage in het medisch dossier mogelijk mag zijn. Onder andere de Landelijke HuisartsenVereniging LHV, de beroepsvereniging voor zorgverleners VvAA, Patiëntenfederatie Nederland, die 170 patiëntenverenigingen vertegenwoordigt, de Consumentenbond en deskundigen van de Erasmus Universiteit die – nota bene in opdracht van de minister zelf – onderzoek uitvoerden, willen dat er vooraf toestemming wordt gevraagd.
Toezeggingen schieten tekort
In een laatste poging de Eerste Kamer te overtuigen heeft minister Bruins onlangs enkele toezeggingen gedaan over het fraude-onderzoek. Zo wordt de fraude-onderzoeker bij de zorgverzekeraar onafhankelijker van de zorgverzekeraar en worden meer mensen vooraf geïnformeerd als hun medisch dossier ingekeken zal worden.
Maar de toezeggingen veranderen niets aan het wetsvoorstel zelf. Het medisch beroepsgeheim wordt nog steeds geschonden door geen toestemming aan patiënten te vragen voordat inzage in medische dossiers plaatsvindt.
Alternatief
Opmerkelijk is dat fraude ook heel goed kan worden opgespoord mét behoud van het medisch beroepsgeheim. De meeste fraude wordt volgens de zorgverzekeraars al opgespoord zonder dat inzage in het dossier nodig is. Als er dan alsnog inzage nodig is, is er geen enkele reden om aan te nemen dat patiënten niet mee zouden willen werken en geen toestemming voor inzage zouden geven. 82% van de fraude wordt door zorgverleners of derden gepleegd, waar de patiënt zelf helemaal niet bij betrokken is. Ook de meeste patiënten willen dat zorggeld goed wordt besteed en er zullen zeker mensen mee willen werken en toestemming geven.
En mochten er uitzonderingsgevallen zijn waarbij inzage wel nodig zou zijn, maar de patiënt niet wil meewerken, dan nog kan de fraude worden aangepakt. Zorgverzekeraars kunnen dan aangifte doen en de zaak overdragen aan de reguliere opsporingsinstanties. Zij kunnen via de rechter alsnog zonder toestemming een medisch dossier inzien.
Onderzoek alternatief mét toestemming
Het wetsvoorstel schendt onnodig het medisch beroepsgeheim en zou daarom niet aangenomen moeten worden. In plaats daarvan zou er onderzoek gedaan kunnen worden naar een alternatieve aanpak. Hoe verloopt bijvoorbeeld het opsporen van fraude als er wél toestemming voor inzage in medische dossiers wordt gevraagd? Met een kleine proef zou er veel meer duidelijkheid komen of er echt wel problemen ontstaan als toestemming wordt gevraagd.
Wij roepen de Eerste Kamer daarom op het medische beroepsgeheim te beschermen en alleen in te stemmen met het wetsvoorstel als zorgverzekeraars vooraf toestemming vragen voordat ze in een medisch dossier kijken.
Lees ook de brief die Privacy Barometer hierover aan de Eerste Kamer stuurde.