REACTIE OP WETSVOORSTEL
Opsporingsbevoegdheden vermisten beter afbakenen
Het inzetten van opsporingsbevoegdheden om vermisten te vinden moet beter afgebakend worden. Ook dient de vermiste meer rechten te krijgen om onrechtmatige inzet te voorkomen. Dat schrijft Privacy Barometer aan minister Blok (VVD) in reactie op het wetsvoorstel 'zoekmiddelen urgente vermissingen'.
Formeel heeft de overheid geen taak om mensen op te sporen als er geen sprake is van een misdrijf, maar in uitzonderlijke gevallen kan de politie wel mee helpen zoeken. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om kinderen of verwarde mensen die vermist worden.
De bijzondere bevoegdheden die volgens het wetsvoorstel van minister Blok op zo'n moment beschikbaar komen zijn nagenoeg dezelfde die al beschikbaar zijn voor het opsporen van mensen bij een misdrijf. Zo mogen telefoongesprekken en chatapps afgeluisterd worden. Ook mag onder andere de woning, een laptop, eventuele 'cloudopslag' doorzocht worden. Daarbij mogen medische gegevens geraadpleegd worden en mogen er DNA-monsters worden genomen. De verzamelde gegevens worden door de politie een jaar lang bewaard.
Beter afbakenen
Privacy Barometer onderschrijft dat in bepaalde gevallen hulp geboden kan worden om mensen terug te vinden. Aan de andere kant betekent de inzet van bijzondere opsporingsbevoegdheden wel een zeer zware inbreuk op iemands privéleven terwijl er geen sprake is van een misdrijf. Om die reden zou de minister moeten aantonen voor welke vermissingen deze opsporingsbevoegdheden noodzakelijk zijn. Op dit moment is die noodzaak niet aangetoond, waarmee de inzet van de bevoegdheden in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Sowieso zou de inzet van bevoegdheden scherper in het wetsvoorstel moeten worden afgebakend. Zo moeten de criteria voor een zogeheten 'urgente vermissing' concreter worden opgenomen. De vermissing kan alleen als urgent aangemerkt worden, als het waarschijnlijk in het belang van de vermiste is om opgespoord te worden. In lijn met het advies van de Nationale Ombudsman zou het daarbij concreet om een minderjarige jonger dan 13 jaar moeten gaan of om iemand die niet zelfredzaam is of een mogelijk gevaar voor zichzelf vormt.
Meer rechten vermisten
Het wetsvoorstel geeft te beperkt rechten aan de vermisten en betrokkenen bij wie bijzondere opsporingsbevoegdheden worden ingezet. Bij een misdrijf oordeelt meestal een rechter of de inzet van bevoegdheden uiteindelijk geoorloofd was. Bij vermissingen komt er geen rechter aan te pas en zullen de betrokkenen zelf moeten waken dat de overheid zich niet onnodig bemoeit met het privéleven. Hiertoe moeten de betrokkenen stevigere instrumenten krijgen.
Zo zou de officier van justitie niet zelfstandig tot inzet van de bevoegdheden mogen overgaan, maar moet dit altijd op verzoek van een familielid of verzorgende. Daarnaast zou de politie altijd verplicht mensen moeten informeren als bijzondere bevoegdheden jegens hen zijn ingezet. Daarbij moet aangegeven worden welke bevoegdheden zijn ingezet, welke gegevens zijn verzameld en verwezen worden naar een laagdrempelige klachtenprocedure.
De verzamelde gegevens zouden niet verder verwerkt mogen worden door de politie zodra achteraf duidelijk is dat het inderdaad niet om een misdrijf gaat. De bewaartermijn van alle afgeluisterde of verzamelde gegevens van één jaar is onnodig lang en daarmee onrechtmatig. Zodra de vermiste is gelokaliseerd moeten de gegevens vernietigd worden.
Lees onze gehele reactie op het wetsvoorstel.