Toezichthouder op schoot bij de AIVD
Verwarrend. Is Bert van Delden nu voorzitter van de toezichthouder op de inlichtingendiensten CTIVD of woordvoerder van de AIVD? Dit vraag ik me af omdat Van Delden in een interview in de VK van afgelopen zaterdag (beknopte versie) opmerkingen maakt die niet bij een waakhond passen. Hij vindt het 'niet gek' dat de AIVD apparatuur aanschaft waarmee je dingen kan doen die bij wet verboden zijn. Pardon? Hij vindt dat de wet aangepast moet worden zodat de AIVD het internet mag afluisteren, iets wat tot op heden niet mag. En in de deze week aangekondigde rechtszaak tegen minister Plasterk weet hij nu al dat het 'moeilijk wordt'.
Rechtszaak tegen Plasterk
Om met dit laatste te beginnen, er zijn duidelijke aanwijzingen dat de AIVD via een omweg aan gegevens komt die het volgens onze wetten zelf niet mag verzamelen. Zo ligt er het feit dat de NSA gegevens van 1,8 miljoen telefoontjes vanuit Nederland heeft afgetapt. De AIVD mag dit in Nederland niet, maar Plasterk heeft al gezegd dat de AIVD informatie van de NSA krijgt over ingezetenen in Nederland. Hoe de Amerikanen daar aan komt, zegt Plasterk niet te weten. Wel gaf hij eerder toe dat er een geheim verdrag ligt met werkafspraken tussen de NSA en de AIVD.
De Nederlandse Vereniging van Journalisten en anderen vinden dit voldoende om een rechtszaak tegen Plasterk aan te spannen. Zij stellen dat illegaal verkregen informatie niet door de AIVD gebruikt mag worden, want dat zou in feite een ontduiking van de wet zijn.
Van Delden is de toezichthouder en ons belangrijkste venster op de geheime werkzaamheden van de inlichtingendiensten. Hij zou deze aanwijzingen tot op de bodem moeten uitzoeken en duidelijkheid geven hoe de AIVD te werk gaat. Natuurlijk zijn sommige zaken geheim, maar als de AIVD via een U-bocht met de NSA de wet omzeilt, moet dat op tafel komen. Maar wat doet ‘onze’ toezichthouder? Hij doet de hele rechtszaak af met de opmerking dat de klagers weinig kans maken. In plaats van graven naar de waarheid bij de AIVD, ondermijnt Van Delden liever de motivatie van de klagers. Hij zou zich moeten schamen dat deze burgerklagers via de rechter zíjn werk proberen te doen.
Afstand
Een belangrijke eigenschap voor toezichthouders is afstand bewaren tot de instelling waar zij toezicht op moeten houden. Als je dat niet doet kun je niet kritisch en onafhankelijk blijven. Al vaker bleek dat onze toezichthouders teveel op schoot zitten bij de organisaties waar ze toezicht op moeten houden. Zo liet bijvoorbeeld de toezichthouder op de woningcorporaties flinke steken vallen in de Vestia-affaire. Ook de inspectie op de gezondheidszorg blijkt te vaak te vriendelijk geweest voor foute artsen, met als een van de slechtste voorbeelden Jansen Steur die gewoon zijn werk kon blijven doen. Toezichthouders die dicht zijn verweven met de organisaties, blijken veel te mild in hun aanpak.
En nu is er het CTIVD. Van Delden gaat er prat op dat ze overal bij de AIVD mogen binnen lopen en dit ook geregeld doen. Mij bekruipt nu de vraag: Hoe gezellig is het daar eigenlijk? Als je elke dag daar binnenloopt, hoe afstandelijk kan je in je oordeel dan nog zijn? Ga je je niet vanzelf teveel identificeren met de organisatie waar je juist kritisch op moet zijn?
Schoothondje
Als de AIVD apparatuur koopt om dingen te doen die bij wet verboden zijn, moet de waakhond daar op aanslaan en gaan blaffen. Niet vergoeilijken en zeggen dat de wet misschien toch wel een keer verruimd gaat worden. Concluderen dat de wetgever binnenkort toch wel nieuwe bevoegdheden aan de AIVD zal geven om het hele internet af te luisteren is drie stappen te ver. De regering heeft nog geen voorstel daartoe gedaan en de Tweede en Eerste Kamer moeten vervolgens hun oordeel ook nog geven. Gezien de laatste onthullingen, staat de uitkomst daarvan allerminst vast.
Met dit interview is Van Delden door de mand gevallen. De waakhond blijkt op schoot te zitten bij de AIVD. Hij gedraagt zich als de woordvoerder in plaats van als toezichthouder. Op dit moment doet Van Delden in opdracht van de Tweede Kamer onderzoek naar de rol die de AIVD heeft in de PRISM-affaire. Begin 2014 wordt zijn rapport gepubliceerd. Daar hoeft de Tweede Kamer weinig van te verwachten.