Regels voor verruiming cameratoezicht onnodig.
Donderdag 12 september vindt er in de Tweede Kamer een hoorzitting plaats over drones. De inzet van drones wordt onder andere geregeld in een nieuw wetsvoorstel van minister Opstelten voor flexibeler cameratoezicht. Met dit wetsvoorstel wordt het veel makkelijker voor gemeenten om camera's in te zetten, waaronder naast drones ook rijdende camera's en helmcamera's. Tegelijkertijd wordt het moeilijker voor burgers om bezwaar te maken. Uit evaluaties van de grote gemeenten blijkt de bestaande wetgeving goed te voldoen, ook voor de inzet van tijdelijke camera's. Nieuwe, ruimere regels zijn daarom niet nodig. Uit stukken van de Tweede Kamer blijkt dat minister Opstelten de noodzaak niet kan aantonen. Privacy Barometer schreef de Tweede Kamer hierover een brief.
De minister wil meer flexibiliteit voor het inzetten van camera's om toezicht te houden in gebieden waar overlast wordt ervaren. Met de nieuwe regels bepaalt de burgemeester zelfstandig waar en wanneer een camera wordt geplaatst of gebruikt. De burgemeester kan besluiten drones en rijdende camera's in te zetten. Toestemming van de gemeenteraad is niet meer nodig. Voor burgers wordt het moeilijker om bezwaar te maken, want een deel van de bezwaarprocedure verdwijnt.
Minister Opstelten kan de noodzaak voor dit toenemende toezicht niet aantonen. Er is geen evaluatie die deze uitbreiding rechtvaardigt. Onder andere Den Haag, Utrecht, Eindhoven en Ede plaatsen onder de huidige wetgeving al tijdelijke en flexibele camera's voor een korte periode. Daarvoor is nieuwe wetgeving niet nodig.
Uit evaluaties van Den Haag, Utrecht en Amsterdam blijkt dat het sowieso niet duidelijk is wat cameratoezicht bijdraagt aan de veiligheid. De gemeente Amsterdam concludeert in een rapport (pdf) uit 2011 dat cameratoezicht "...geen eenduidig effect [heeft] op objectieve/subjectieve veiligheid".
Privacy Barometer schreef de Tweede Kamer over dit nieuwe wetsvoorstel een brief. Lees de volledige brief hier.