Nederland nog steeds wereldkampioen afluisteren
Vandaag verscheen een rapport van de onderzoeksafdeling van het ministerie van justitie. In het rapport wordt de Nederlandse afluisterpraktijk vergeleken met die van Engeland, Duitsland, en Zweden. De opsporings- en rechtssystemen in die landen zijn anders dan in Nederland, dus een precieze vergelijking is lastig. Maar duidelijk is wel dat Nederland nog steeds 'wereldkampioen' afluisteren is.
1 cijfers uit 2009, 2 cijfers uit 2007
In Engeland worden tapbevelen op een persoon en niet op een nummer afgegeven. In Duitsland en Zweden zijn de laatste jaren het aantal taps enorm toegenomen. Deze landen zetten dit middel dus steeds vaker in, waar in Nederland het aantal telefoontaps de afgelopen jaren matig stijgt. In 2010 werden er 22.006 telefoonaansluitingen in Nederland getapt, in 2011 24.718 en in 2012 25.487. Het aantal internettaps in Nederland stijgt explosief tot 16.676 taps in 2012.
Het onderzoeksinstituut van het ministerie vindt dat tapstatistieken lastig te vergelijken zijn door de verschillen in rechtssysteem en registratiemethode. De eigen onderzoekers concluderen voorzichtig over de afluisterstatistieken in Nederland: "Dit lijkt – vooral ook in vergelijking met de statistieken die over andere landen beschikbaar zijn – veel te zijn."
Opvragen telecomgegevens
Het vergelijken van opvragingen van abonnee- en andere telecomgegevens bij een telefoonnummer was geen doel van het onderzoek. Maar omdat voor het aftappen van een aansluiting het natuurlijk noodzakelijk is om te weten wie er welk telefoonnummer heeft, noemt het onderzoeksrapport wel de cijfers. In Nederland zijn telecombedrijven en ISP's verplicht elke dag hun gegevens van hun klanten met bijbehorende telefoonnummers naar het ministerie te sturen. Bij het ministerie worden deze gegevens verzameld in het CIOT-systeem. In 2012 werd deze CIOT-database ruim 2,7 miljoen keer geraadpleegd. Ook hiermee lijkt Nederland de koppositie in te nemen.
1 cijfers uit 2009
De registraties en opvragingen uit Engeland en Duitsland lijken redelijk vergelijkbaar met hoe de opvragingen bij het Nederlandse CIOT-systeem plaatsvinden. Het Zweedse systeem komt minder overeen. De onderzoekers hebben in het rapport geen conclusie over deze internationale vergelijking gegeven.