Den Haag, 6 februari 2015

Geachte Kamerleden,

Dinsdag 10 februari 2015 bespreekt u de brief van Minister Plasterk over de herziening van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten uit 2002. Het belangrijkste voorstel in die brief is om de AIVD ongericht het internet te laten afluisteren. Dat is een aantoonbaar ineffectieve en contraproductieve maatregel waarvoor elke noodzaak, verantwoording en onderbouwing ontbreekt.

Er zal veel capaciteit verloren gaan aan het verzamelen en doorspitten van een grote berg nieuwe gegevens van onverdachte burgers. Telkens weer blijken daders van aanslagen al bij instanties bekend te zijn. De grootste risico's komen ook af van de groep die al bekend is. Het is niet effectief, niet noodzakelijk en daarmee ook niet proportioneel onverdachte burgers af te luisteren als verdachten al op een andere manier in beeld zijn. Het tast de grondrechten van burgers onnodig aan.

Wij onderschrijven het belang van een goede inlichtingen- en veiligheidsdienst. Daarom moet er verder gekeken worden dan naar uitbreiding van bevoegdheden. Als informatie al beschikbaar is, moet onderzocht worden waarom die niet op de juiste plek komt en passende actie uitblijft. Het beschikbaar maken van een nieuwe berg informatie verhelpt dat probleem niet, maar tast wél rechten van burgers aan.

In onderstaande acht punten treft u onze aanbevelingen bij de herziening van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten uit 2002 aan.

1. Laat de AIVD vooral de burger beschermen tegen nieuwe dreigingen

In de evaluatie over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (Wiv 2002) door de commissie Dessens wordt een antwoord gezocht op toenemende terroristische dreiging. De commissie spreekt daarbij over 'staatsveiligheid' en 'nationale veiligheid'. De wereld is echter drastisch veranderd. Niet de staat, maar de individuele burger wordt als eerste bedreigd door terrorisme. De aanslagen in Parijs met 17 doden zijn met name een gevaar voor de burgers gebleken en veel minder voor de Franse staat. Waar we voorheen vreesden om door een andere mogendheid geannexeerd te worden, is het nu vooral de individuele burger die het slachtoffer kan worden van onder andere internetcriminaliteit, 'lone wolves' en terrorisme. In de herziening van de Wiv 2002 moet daarom niet alleen vanuit nationale veiligheid maar ook vanuit veiligheid voor burgers worden gedacht. Vanuit het perspectief van de individuele veiligheid zal blijken dat er andere maatregelen nodig zijn om de nieuwe dreigingen het hoofd te bieden. In dit licht is bijvoorbeeld versleuteling van communicatie door burgers toe te juichen, terwijl dat vanuit nationale veiligheid gezien niet het geval zal zijn. Voor de burger is privacy ook veiligheid.

Burgers meer ondersteunen
De commissie Dessens concludeert terecht dat er steeds meer communicatie over internet plaatsvindt, dat mensen daar noodgedwongen steeds afhankelijker van worden, maar dat men daarmee ook kwetsbaarder wordt. (blz. 72) Burgers worden gestimuleerd om gevoelige gegevens te delen door gebruik te maken van bijvoorbeeld de slimme meter, het Elektronisch PatiëntenDossier (EPD/LSP) en internetbankieren. Steeds meer overheidsdiensten zijn alleen via DigiD bereikbaar. Een inbreuk op die communicatie betekent een veel grotere inbreuk op de persoonlijke levenssfeer dan dat bij de invoering van de Wiv 2002 betekende.

Volgens de commissie voelen burgers steeds sterker de noodzaak zich te beschermen tegen ongewenste toegang van hun persoonsgegevens. Tegelijkertijd stelt de commissie dat het voor de overheid moeilijker wordt om de veiligheid te garanderen. De AIVD dient daarom te helpen individuele burgers beter in staat te stellen zichzelf te beschermen op het internet. Zo moeten kwetsbaarheden in systemen die de AIVD ontdekt, terstond worden gemeld.

Ook in een onderzoek (pdf) van de Raad van Europa van 26 januari 2015 wordt nadrukkelijk verwezen naar de zelfbescherming door burgers. (punt 124, blz. 32) Het onderzoek concludeert dat versleuteling van communicatie de laatste verdedigingslijn is tegen misbruik van gegevens. Zoals de politie in de reële wereld mensen wijst op het belang van goed hang- en sluitwerk, zo zou de AIVD in samenwerking met het Team High Tech Crime van de politie een (ondersteunende) taak moeten hebben om mensen voor te lichten zichzelf door middel van encryptie te beschermen. Dit alles in plaats van de huidige voorgestelde verruiming van inbreuken op gegevens van onverdachte burgers door onder andere de AIVD.

top â–²

2. Verbied ongericht aftappen van (bulk-)communicatie

Het belangrijkste element in het voorstel van minister Plasterk is om op het internet ongericht (min of meer willekeurig) informatie van voornamelijk onverdachte burgers af te luisteren en op te slaan. Maar nergens wordt de noodzaak daarvan onderbouwd.

  1. In het rapport van de commissie Dessens wordt als enige onderbouwing gegeven dat afnemers hier behoefte aan hebben. "Volgens diverse belanghebbenden vragen voortschrijdende technologische ontwikkelingen om een aanpassing van de huidige bevoegdheden om te kunnen blijven inspelen op de dreigingen die afkomen op de Nederlandse samenleving." (blz. 74). Het is een open deur van formaat dat afnemers van informatie liever meer informatie willen hebben. Zeker als zij de rekening er niet voor betalen. Dergelijke vage uitspraken tonen op geen enkele wijze de noodzaak aan van deze vergaande inbreuk op grondrechten van burgers.
  2. Ook minister Plasterk blijkt desgevraagd in de Eerste Kamer niet aan te kunnen geven hoe het ongericht verzamelen van gegevens daadwerkelijk bijdraagt aan het voorkomen van aanslagen of andere zaken. Op de vraag van Kamerlid Gerkens (SP) hoe doelmatig ongerichte interceptie is, antwoordt de minister: "Ik vind het dus moeilijk om daar een antwoord op te geven." Ook op de vraag van Kamerlid Duthler (VVD) over de doelmatigheid en de doeltreffendheid, antwoordt Plasterk dat dat vooraf niet is vast te stellen. "Of het uiteindelijk effectief zal zijn, weet je natuurlijk op dat moment niet." In zijn voorstel zelf komt Plasterk niet verder dan "Om zicht te houden op deze dreigingen zijn de diensten afhankelijk van een adequate toegang tot telecommunicatie. [..] Bijzondere bevoegdheden [..] zijn daarbij onmisbaar." (blz. 2)
  3. De Eerste Kamer heeft een duidelijke motie aangenomen dat van een sleepnet om ongericht informatie te verzamelen geen sprake kan zijn. De motie is door een brede meerderheid van PvdA, het CDA, de ChristenUnie, GroenLinks, SP, D66, 50PLUS, PvdD en de OSF aangenomen.
  4. Ongerichte massa-surveillance is altijd in strijd met de fundamentele rechten van mensen. Dit is duidelijk gemaakt door het Europese Hof dat in 2014 het massaal opslaan van telecomgegevens van burgers heeft verboden. De Raad van State onderschrijft dit oordeel en stelt dat ook de massale registratie van auto's op snelwegen door kentekenscanners illegaal zou zijn. Het feit dat de het kabinet de bewaarplicht van telecomgegevens in stand houdt ondanks dat hij door de rechter ongeldig is verklaard, doet daar niets aan af.
  5. De AIVD beschikt al over de mogelijkheid van een sleepnet, zij het zeer beperkt. De AIVD kan een organisatie als verdacht aanmerken en de personen binnen die organisatie afluisteren. Ook op internet. De criteria voor wat een organisatie is, zijn niet erg duidelijk. Door ruime criteria te kiezen, ontstaat al een beperkt sleepnet, maar dan toch weer gericht rond een verdachte organisatie. De AIVD hanteert deze werkwijze al. Dit lijkt een logischere keuze dan een vrijwel onbeperkt sleepnet.
  6. In het eerder aangehaalde onderzoek van de Raad van Europa wordt onomwonden geconcludeerd dat "massasurveillance geen effectief middel is in de strijd tegen terrorisme of georganiseerde misdaad in vergelijking met traditionele, gerichte surveillance". (punt 126, blz. 32). Ook erkende terrorisme-experts als Beatrice de Graaf en Ben Hayes concluderen dat ongericht massaal burgers afluisteren niet effectief is.
  7. Daders van aanslagen blijken in de meeste gevallen al bekend te zijn bij 'de instanties'. Er is geen onderzoek bekend, waaruit blijkt dat een ongericht sleepnet daders in het vizier bracht en een aanslag zou hebben voorkomen. Het is zinvoller om te onderzoeken waardoor informatie niet op de juiste plek terecht komt of waardoor verkeerde beslissingen worden genomen.
  8. De NSA verzamelt op grote schaal ongericht informatie. Ook de NSA heeft niet aan kunnen tonen dat er aanslagen door zijn voorkomen. De mededeling van de directeur van de NSA dat er 54 aanslagen zouden zijn verijdeld, bleek een leugen tegenover het Amerikaanse congres.

top â–²

3. Voer een Privacy Impact Assessment uit

Het kabinet is verplicht bij elke wetgeving die de privacy raakt een Privacy Impact Analyse (PIA) uit te voeren. Het is duidelijk dat dat voor deze herziening van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten noodzakelijk is. Uit deze PIA moet duidelijk worden welke risico's voor de privacy de nieuwe maatregelen met zich meebrengen.

Bevoegdheden die een forse inbreuk op de privacy van mensen betekenen, kunnen niet zomaar onbeperkt geldig zijn. Bij de herziening van de wet dient een horizonbepaling en een evaluatieplicht te worden opgenomen. Met een horizonbepaling wordt vastgelegd dat inbreukmakende bevoegdheden automatisch vervallen na een bepaalde tijd. Als de minister die bevoegdheden wil verlengen, zal de minister met een voorstel hiervoor, onderbouwd met een evaluatie, opnieuw langs het parlement moeten.

Bij de herziening van de wet worden voor elke gegevensverzameling bewaartermijnen vastgelegd. Voor ruwe data zou de bewaartermijn zo kort mogelijk moeten zijn, bijvoorbeeld maximaal vier weken, zodat in die periode selectie kan plaatsvinden. Geëvalueerde data van onverdachte burgers moet direct worden vernietigd.

top â–²

4. Maak het oordeel van de toezichthouder bindend

In het model van de minister wordt voorgesteld dat de minister een besluit nogmaals moet overwegen als de toezichthouder wijst op onrechtmatigheden. Dat is een zeer zwakke bescherming van fundamentele rechten. De minister kan immers na even nagedacht te hebben gewoon de onrechtmatige werkwijze voortzetten. Iets wat op dit moment dus ook al gebeurt. (Zie ook punt 6.) De toezichthouder zit er dan voor spek en bonen bij. Voor het waarborgen van fundamentele rechten van burgers, moeten de aanbevelingen en conclusies van de toezichthouder (CTIVD) bindend zijn.

De commissie Dessens "acht het niet wenselijk dat de Wiv de mogelijkheid openlaat dat ministers een rechtmatigheidsoordeel van de CTIVD naast zich neer leggen. Als de CTIVD tot de conclusie komt dat een afgegeven last onrechtmatig is, moet de dienst de uitvoering van deze bijzondere bevoegdheid, voor zover deze op dat moment al is aangevangen, direct staken." (blz. 101) De commissie concludeert dat oordelen van de toezichthouder bindend moeten zijn. Uiteraard kan dit bindend oordeel ook van de rechter komen zodra die een rol bij de inzet van bevoegdheden wordt toebedeeld.

top â–²

5. Wees zo transparant mogelijk, zodat controle achteraf mogelijk wordt

De commissie Dessens schrijft hierover: "Een zo groot mogelijke mate van transparantie draagt bij aan maatschappelijk vertrouwen en draagvlak voor het werk van de diensten. Tegelijkertijd draagt transparantie bij aan de waarborging van grondrechten." (blz. 133) Transparantie is één van de belangrijkste waarborgen voor onze vrijheden, omdat controle achteraf mogelijk wordt. Daarom zouden de volgende elementen in de herziene wet opgenomen moeten worden.

  1. De minister publiceert jaarlijks statistieken over het aantal operaties waarbij bijzondere bevoegdheden zijn ingezet, het aantal toestemmingsverzoeken en hoeveel daarvan zijn afgewezen, het aantal taps uitgesplitst naar soort en communicatiemedium, en het aantal bevragingen van gegevens bij bedrijven en organisaties.
  2. De AIVD stelt personen actief in kennis over alle bijzondere bevoegdheden die tegen hen zijn ingezet. De AIVD doet dit uiterlijk vijf jaar nadat de operatie is afgerond. De CTIVD controleert deze notificatieplicht.
  3. Het verbod voor organisaties om jaarlijks geaggregeerde statistieken te publiceren over bevragingen door de AIVD verdwijnt.

top â–²

6. Laat de rechter vooraf de inzet van bijzondere bevoegdheden goedkeuren

De commissie Dessens stelt dat het toezicht op en het toestemming geven voor de inzet van bijzondere bevoegdheden versterkt moet worden (blz. 56). Daarbij heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens "herhaaldelijk een voorkeur uitgesproken voor preventief rechterlijk toezicht op vormen van 'secret surveillance'" (blz. 89). In het voorstel van minister Plasterk wordt als hoofdlijn voorgesteld dat de minister gefaseerd en beter geïnformeerd toestemming moet geven. Dat zal geen betere bescherming van grondrechten van burgers geven.

  1. De AIVD blijkt zich maar matig aan de wet te houden. Uit rapportage van de toezichthouder CTIVD (toezichtsrapport nr. 40, 2014) blijkt dat in een steekproef zeker 17 keer onrechtmatig en 6 keer onzorgvuldig gehandeld is. De grootte van de steekproef is niet bekend gemaakt. De conclusie van de CTIVD dat "in de meerderheid van de operaties de afluisterbevoegdheid op een rechtmatige en zorgvuldige wijze wordt uitgeoefend" (blz. iv), is natuurlijk niet geruststellend. Als men zich 'over het algemeen' aan de wet houdt, zijn de rechten van burgers 'over het algemeen' dus niet gewaarborgd.

    De inlichtingen- en veiligheidsdiensten mogen nu al ongericht informatie verzamelen en doorzoeken, zolang die communicatie door de ether gaat. Juist hierbij blijken zowel de AIVD als de MIVD er een onrechtmatige werkwijze op na te houden (toezichtsrapport nr. 40, blz. 14 en verder). Er wordt te gemakkelijk in de metadata en inhoudelijke communicatie gegrasduind, terwijl dat op basis van de huidige wet aan strenge criteria moet voldoen. De toezichthouder meldt deze onrechtmatige werkwijze bij de minister, maar die onderneemt "in overleg met de Tweede Kamer" geen actie. (blz. 16) Zowel de minister als de Tweede Kamer tolereren deze onrechtmatige handelswijze en laten de burgers met hun grondrechten in de kou staan.

    Het fundamentele recht op privacy is dus niet gegarandeerd in het huidige model. Zeker niet waar het ongerichte verzameling van communicatie betreft. Het nieuwe model zal gezien bovenstaand voorbeeld ook geen betere garantie geven dat de AIVD en de MIVD zich dan wel aan de wet zullen houden. Alleen het inperken van bevoegdheden van de inlichtingendiensten en een oordeel van een onafhankelijk instantie als een rechter kan de grondrechten van burgers beschermen. Daar hebben we rechters ook voor.
  2. Het briefgeheim wordt als enige communicatiemiddel door de Grondwet beschermd in artikel 13. Als de AIVD een postpakket of brief wil openen, moet het hiervoor toestemming vragen aan de rechter. Uit geen enkel toezichtsrapport blijkt dat zich hier knelpunten voordoen. De Grondwet dient in dit verband dan ook techniek-onafhankelijk te worden gemaakt. Artikel 13 dient aangepast te worden zodat alle vormen van communicatie tussen mensen door de Grondwet worden beschermd. Een rechterlijke toets is altijd noodzakelijk om daar inbreuk op te maken.
  3. Het Europese Hof heeft onlangs geoordeeld in een zaak die de Telegraaf had aangespannen, dat de Wiv 2002 in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) omdat een externe toets ontbreekt. Volgens het Hof is een extern oordeel noodzakelijk, vóórdat bijzondere bevoegdheden worden ingezet.
  4. Oud-hoofd van de AIVD, Sybrand van Hulst, zegt in een uitzending van Radio Reporter (vanaf minuut 27) dat in de tien jaar dat hij baas van de AIVD (voorheen BVD) was, er nog nooit een minister toestemming voor de inzet van bijzondere bevoegdheden heeft geweigerd. Toch constateert de toezichthouder achteraf veel onrechtmatigheden. Ook hieruit blijkt dat het toestemmingsmodel waarbij de minister toestemming moet geven, de rechten van burgers niet beschermt tegen ongeoorloofde inbreuken door de AIVD.
  5. In het voorgestelde model van de minister wordt de toezichthouder geacht als onafhankelijke autoriteit te monitoren of de inzet van bevoegdheden rechtmatig is en daar vervolgens de minister op aan te spreken. De toezichthouder wordt zo medeverantwoordelijk gemaakt voor besluiten over de inzet. Dat vertroebelt het onafhankelijk toezicht achteraf, want de toezichthouder zal dan ook over haar eigen rol moeten oordelen. Door de inzet van een onafhankelijk rechter die vooraf een oordeel geeft, blijft de toezichthouder onafhankelijk en kan achteraf nog steeds de werkwijze en de genomen besluiten aan een kritisch oordeel onderwerpen.
  6. De commissie Dessens constateert (p. 90) dat "in de landen om ons heen de afgelopen decennia een ontwikkeling valt waar te nemen in de richting van meer extern toezicht vooraf op de inzet van inlichtingenmiddelen die een inbreuk maken op grondrechten. Deze ontwikkeling komt ook tot uitdrukking in een aanbeveling van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa uit 1999 waarin een voorkeur wordt uitgesproken voor rechterlijk toezicht vooraf op elke inbreuk op grondrechten door I&V-diensten. Ook in de wetenschappelijke literatuur over toezicht op inlichtingen- en veiligheidsdiensten valt een zekere voorkeur te bespeuren voor preventief rechterlijk toezicht."

top â–²

7. Maak ook voor de uitwisseling van gegevens met andere landen een rechterlijke toets noodzakelijk

Vorig jaar bleek op pijnlijke wijze dat de MIVD met een sleepnet informatie verzamelt voor de Amerikaanse inlichtingendienst NSA. Zonder dat iemand het wist werden er 1,8 miljoen telefoongespreksgegevens aan de Amerikanen overhandigd. De toezichthouder beoordeelt deze werkwijze als onrechtmatig: "De Commissie is van oordeel dat de huidige werkwijze van de MIVD niet in overeenstemming is met de Wiv 2002 en geen invulling geeft aan de waarborgen die in de wet besloten liggen. Deze werkwijze is derhalve onrechtmatig." (toezichtsrapport nr. 38, blz. 35)

Gegevens mogen volgens de huidige wet na het verzamelen alleen gebruikt worden als aan criteria van noodzakelijkheid, proportionaliteit en subsidiariteit is voldaan. Bovendien moet er toestemming gegeven worden door de minister. De gehele verzameling telefoongegevens zomaar aan de Amerikanen geven voldoet hier natuurlijk niet aan, ook omdat het merendeel communicatie van onverdachte burgers zal bevatten. Welke criteria de Amerikanen hanteren om de gegevens vervolgens te gebruiken, is onbekend. Mogelijk zijn de gegevens gebruikt om drone-aanvallen uit te voeren.

De wettelijke criteria zijn dus niet gevolgd en de privacy van burgers is met deze werkwijze duidelijk geschonden. Dus ook hier zijn met het toestemmingsmodel waarbij de minister toestemming geeft, de rechten van burgers niet gegarandeerd. (Zie ook punt 6.) Om roekeloos handelen van de inlichtingendiensten (en de minister) te voorkomen, dient een verzoek om gegevens met andere landen te delen altijd door een onafhankelijk rechter getoetst te worden.

top â–²

8. Steek geld en energie in effectieve maatregelen

In het boek 'Theater van de angst' van terrorisme-expert Beatrice de Graaf wordt het inlichtingenwerk in vijf heldere stappen verdeeld. 1. inventariseren van behoeften; 2. verzamelen van inlichtingen; 3. verwerking van binnengekomen gegevens; 4. analyse, evaluatie, integratie en productie van het vergaarde materiaal zodat er een gereed intelligence-product ontstaat en 5. verspreiding van het product naar de afnemers.

Het debat en de herziening van deze wet zoomen in op stap twee, terwijl uit vrijwel alle aanslagen van de afgelopen jaren blijkt dat er duidelijk problemen liggen bij stap vier en vijf. Door het toestaan van ruimere bevoegdheden bij stap twee worden de problemen bij stap vier en vijf niet opgelost en de mogelijke problemen bij stap drie zelfs vergroot door de extra toevloed van gegevens.

Extra geld steken in nieuwe technologie om onverdachte burgers massaal af te luisteren, is geen zinvolle strategie voor meer veiligheid. Het geld, de mankracht en de energie kan veel effectiever worden besteed, zoals investeren in verbetering van analyse en evaluatie van gegevens die allang voorhanden zijn, maar waar tot nu toe onvoldoende op wordt geacteerd.

 

Vriendelijke groet,
Privacy Barometer.

top â–²

 

reacties

helder verhaal, goed geformuleerd.

We praten over 'mislukte staten' als we het hebben over landen in afrika. In Nederland zitten we met een ambtelijke top en politieke top, die van het padje af zijn. Nederland heeft een bewezen 'mislukt bestuur', zonder zelfreinigend vermogen en stevent af op een politie-staat.

En stel stevige strafrechtelijke sancties in op niet naleven van wettelijke bepalingen, die ook daadwerkelijk toegepast gaan worden. Anders wordt een rechterlijke toetsing vooraf vooral een papieren eis.

Voeg zelf uw reactie toe:

naam: 
reactie: 
0/1500
 

Deel deze pagina via:

19-03-19

Registratie gegevens vliegtuigpassagiers voor opsporing waarschijnlijk in strijd met wet

Het wetsvoorstel (toelichting) van minister Grapperhaus (CDA) om gegevens van vliegtuigpassagiers voor de opsporing te gebruiken, is waarschijnlijk in strijd met het Europese recht. Een vergelijkbare regeling is in 2017 door het Europese Hof van Justitie ongeldig verklaard. Lees verder >>>

26-09-18

Eerste Kamer akkoord met verruimen bevoegdheden aanpak terrorisme

De Eerste Kamer heeft op 25 september ingestemd met het wetsvoorstel van minister Grapperhaus (CDA) om terrorismeverdachten langer in voorarrest te houden en bij hen makkelijker DNA af te nemen. Critici vrezen dat ook onschuldige burgers onterecht langer vastgezet zullen worden. Lees verder >>>

Download onze app

Privacy VandaagVolg het actuele nieuws van het Nederlandse privacyfront met onze Android app. Download hem hier!

Heb jij wat te verbergen?

fotoMensen hebben niets te verbergen als je ze dat vraagt. Of toch wel? Bekijk de video op Youtube.

Facebook opzeggen

opzeggenLees hier hoe je je Facebook-account kan opzeggen. >>>

Nieuwsbrief

Privacy Barometer brengt een paar keer per jaar een nieuwsbrief uit. Wilt u op de hoogte blijven, meldt u hier aan voor deze nieuwsbrief:  
Uw gegevens worden aan niemand ter beschikking gesteld, tenzij dat wettelijk vereist wordt. Het emailadres wordt alleen voor deze nieuwsbrief gebruikt.

of volg ons via

mobiele versie | volledige versie

deze pagina is samengesteld in: 0.134 seconden