“Celstraf voor journalisten die gegevens slachtoffers publiceren.”
Het moet strafbaar gesteld worden als journalisten identiteitsgegevens van slachtoffers publiceren. Dat stelt Richard Korver, de Amsterdamse advocaat van de slachtoffers in de Amsterdamse zedenzaak ‘Roberts M. in zijn recent verschenen boek ‘Recht van Spreken’. ’ Hij vergelijkt de Nederlandse situatie met die in het Verenigd Koninkrijk en België, waar zo’n regeling al geldt.
Privacy Barometer spreekt met Richard Korver (42) naar aanleiding van dit boek, waarin de advocaat een lans breekt voor verbetering van slachtofferrechten. Meer privacy vormt een belangrijk onderdeel van de verbeteringen die hij voorstaat. In deze eerste aflevering van een tweeluik gaan we in op privacy voor slachtoffers. In de tweede aflevering, die aanstaande woensdag verschijnt, op die van verdachten en daders.
Legt u die strafbaarstelling voor journalisten eens uit?
“In Nederland mogen verdachten, zolang ze niet veroordeeld zijn, niet met voor- en achternaam genoemd worden. Voor slachtoffers daarentegen is bij wet vreemd genoeg niets geregeld. Tenlasteleggingen liggen bij strafzaken voorafgaande aan de zitting ter inzage voor de pers. Aangezien de identiteitsgegevens van slachtoffers daar meestal voluit in staan, kunnen die binnen no-time in kranten en op internet staan. Voor heel veel slachtoffers voelt dat alsof hen wederom iets aangedaan wordt. Vooral bij zedenmisdrijven zie je dat mensen daar niet voor de rest van hun leven mee achtervolgd of geconfronteerd willen worden. In de Amsterdamse zedenzaak heb ik anonimiteit kunnen bedingen voor mijn cliënten. Maar omdat dat niet bij wet geregeld is, moet dat nu keer op keer per zaak apart bevochten worden.”
Maar hoe ziet u die strafbaarstelling voor zich? Hele redacties achter de tralies?
“Precies. Eerst in de wet regelen dat namen niet gepubliceerd mogen worden. En daarna volgt celstraf voor wie dat wél doet. En grote boetes voor de redacties die dit mogelijk maken. Nu wil ik qua boeteomvang wel een onderscheid maken tussen journalisten die voor een groot medium werken en mensen die een blogje schrijven met 50 bezoekers. Een groot medium als de Telegraaf BV kun je financieel harder aanpakken. Maar ook de blogschrijver moet achter de tralies gezet worden als hij de wet overtreedt. Daarnaast zou de NVJ (Nederlandse Vereniging voor Journalistiek – red.) bijvoorbeeld de perskaart van overtreders kunnen intrekken.”
In uw boek zegt u dat in die strafzaakdossiers standaard met codering gewerkt zou moeten worden in plaats van met namen. Dan zou wellicht een groot deel van het probleem al getackeld zijn.
“Inderdaad. Nu is het nog zo dat wanneer mensen aangifte komen doen bij de politie, ze niet op de mogelijkheid worden gewezen om ‘domicilie te kiezen’. Dat houdt in dat ze het adres van bijvoorbeeld het desbetreffende politiebureau of hun advocaat in het dossier laten zetten, in plaats van hun eigen adres. Mensen op die mogelijkheid wijzen zou gewoonte moeten worden bij de politie. Net zoals het gewoonte moet worden, slachtoffers met een code in plaats van bij hun naam te noemen. Tenzij ze het zelf OK vinden om met hun naam genoemd te worden. Nu is het precies andersom. Standaard komen mensen voluit met hun gegevens in het strafdossier terecht. En voor ze het weten ligt dat bij veel meer mensen dan zij zelf van tevoren konden overzien. Inclusief de pers.”
Zijn er slachtoffers die het prima vinden om met naam en toenaam genoemd te worden?
“Ja, ook dat komt voor. De heer Everink bijvoorbeeld, in de zaak Badr Hari. Die zocht zelf de publiciteit. Of de Familie Hund, de Amsterdamse juwelier die overvallen werd. Bij dat soort zaken is het bijna raar om ineens geheimzinnig te gaan doen. Ook zijn er slachtoffers die het heel naar vinden om met een nummer aangeduid te worden.”
Met het nieuwe regeerakkoord wordt de positie van slachtoffers verder versterkt. Zo wordt ondermeer het spreekrecht voor slachtoffers in strafzaken, dat Richard Korver bedong in de Amsterdamse Zedenzaak, uitgebreid.
Woensdagmiddag 12 december verschijnt deel twee van dit interview waarin wordt ingegaan op privacy van verdachten en daders.